Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 4 december 2017

Racefamilie van Kasteren

Onlangs verscheen een mooi boek over de sportieve prestaties van de familie van Kasteren uit Sint-Oedenrode, die de motorsport beoefenden. Al vroeg in zijn jeugd was vader Chris in de ban van de motorsport, hoewel hij pas op latere leeftijd zijn debuut maakte als wegracer. Zijn zoon Rinus begon al op 17-jarige leeftijd en was meteen succesvol. Hij won zijn eerste wedstrijd en dat was het begin van zijn racecarrière die tot eind 1983 duurde. Aan de hand van anekdotes, foto’s, wedstrijdverslagen en wetenswaardigheden wordt een goed beeld gegeven van de nationale en internationale motorsport gedurende de periode 1964-1983.

Vindplaats: BRA H3 KAST 2017

maandag 20 november 2017

Tijdschrift: Rondom de Plaets

Tijdschrift Rondom de Plaets is het kwartaalblad van Heemkudekring De Plaets uit Berlicum-Middelrode. Sinds 1990 komen jaarlijks vier nummers uit met artikelen over historie en heemkunde van Berlicum, Middelrode en Kaathoven. De heemkundekring, opgericht op 1 maart 1967, houdt zich bezig met het vastleggen en behouden van de geschiedenis van genoemde plaatsen in de ruimste zin van het woord. Haar doelstelling is in brede kring belangstelling wekken voor en het bevorderen van kennis over heemkunde in het algemeen en van Berlicum, Middelrode en Kaathoven in het bijzonder. Middelrode hoorde tot de gemeentelijke herindeling in 1996 bij Berlicum, waarna het met Den Dungen werd samentoegevoegd met gemeente Sint-Michielsgestel. Kaathoven ging op 1 januari 2015 op in gemeente 's-Hertogenbosch. 'De Plaets' refereert aan het in 1845 geopende bouwwerk op het Raadhuisplein in Berlicum. Het functioneerde als raadhuis en later als gemeentehuis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het gebouw beschadigd. Het is daarna hersteld en in 1948 weer in gebruik genomen. In 1983 is het door de gemeente verkocht.
Oktober jl. vierde de heemkundekring haar 50-jarige bestaan met o.a. de tentoonstelling 'Berlicum/Middelrode anno 1967' en de publicatie van het boek '50 jaar in voor- en tegenspoed'.

Op de website van de heemkundekring staat de inhoudsopgave van reeds verschenen nummers van Rondom de PlaetsHet periodiek is vanaf jaargang 1 (1990) tot heden aanwezig en raadpleegbaar op niveau 0 van de universiteitsbibliotheek.
Vindplaats: T 08795

maandag 6 november 2017

Uitzending Martien Coppens in serie Brabantse Helden

In de serie 'Brabantse Helden' - waarin korte, biografische portretten van 'grote', bijzondere Brabanders getoond worden - was 4 november jl. bij Omroep Brabant de aflevering over de Lieshoutse fotograaf Martien Coppens (1908-1986) te zien.
Op maandag 10 april 2017 zijn opnames gemaakt bij de Brabant-Collectie, waarbij ook onze conservator Emy Thorissen werd geïnterviewd.
Klik hier om de aflevering over Martien Coppens te bekijken.

Opening tentoonstelling 'Papieren Juweeltjes' door commissaris van de Koning

Op 4 november jl. vond in Het Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch de feestelijke opening plaats van de tentoonstelling Papieren Juweeltjes van het Provinciaal Genootschap. Deze expositie is een samenwerkingsproject van genoemd museum met de Brabant-Collectie. Aanleiding was het heugelijke feit dat 180 jaar geleden het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant werd opgericht. In de tentoonstelling worden 100 topstukken op papier uit beide verzamelingen, die ooit één geheel vormden, na ruim 30 jaar tijdelijk weer bij elkaar gebracht en aan het publiek getoond.
Prof. dr. Wim van de Donk
Na de ontvangst met koffie/thee en petitfours werden de genodigden welkom geheten door dr. Charles de Mooij, directeur van Het Noordbrabants Museum. Hij gaf een korte schets van de ontstaansgeschiedenis van het Genootschap en het aanleggen van de diverse collecties door de oprichters. Na hem was het woord aan drs. ing. Corno Vromans, directeur Library & IT Services van Tilburg University waaronder de Brabant-Collectie ressorteert. Hij meldde met trots dat dit de belangrijkste dag van het jaar voor de universiteitsbibliotheek is, die momenteel haar 25-jarige jubileum viert. Hij refereerde aan digitaliseringsprojecten uit de beginperiode, waaraan de Brabant-Collectie ook meedeed, en recente projecten zoals die van Google Books. De commissaris van de Koning in Noord-Brabant, prof. dr. Wim van de Donk, begon zijn betoog met het refereren aan zijn bezoek aan de Brabant-Collectie op 21 juli 2016. Dat de historie van Brabant belangrijk is, blijkt uit de vele activiteiten die op dit vlak plaatsvinden. Neem bijvoorbeeld de Brabantdag Familiegeschiedenis (eveneens op 4 november), of de vele vrijwilligers die actief zijn binnen de heemkundekringen. Van de Donk pleitte ervoor de geschiedenis te koesteren, er kracht uit te halen en lessen te leren, zonder te vervallen in regionalisme. Goed geïnformeerd worden, educatie en uitleg zijn hierbij essentieel. Maar schoonheid blijft het allerbelangrijkste, aldus Van de Donk, want hierin ontdekken we de waarheid. Hierna overhandigde Charles de Mooij het themanummer van In Brabant - geheel gewijd aan de diverse collecties van het Genootschap, hun verzamelaars én de tentoonstelling - aan de commissaris van de Koning en was het moment van de officiële opening aangebroken.







Op de tentoonstelling zijn de pronkstukken niet alleen in de vitrines en aan de wand te bewonderen. Op een multitouchtafel kan men digitaal bladeren in enkele natuurhistorische boeken, een hertogen- en een koorboek, maar ook kaarten onderling vergelijken en inzoomen.

Papieren Juweeltjes van het Provinciaal Genootschap is tot en met 18 februari 2018 te zien in Het Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch.

Op onze Flickr-pagina vindt u een uitgebreide fotoreportage van de opening.

woensdag 1 november 2017

De verdwenen kerken van Noord-Brabant

Met deze uitgave op initiatief van Stichting Archeologie, Bouwhistorie en Cultuur wil auteur Wies van Leeuwen de herinnering aan de vaak zeer bijzondere kerken die in de laatste twee eeuwen in Noord-Brabant verdwenen zijn, vasthouden. Ongeveer 450 kerken zijn vanaf 1800 geheel of gedeeltelijk afgebroken. Deze gebouwen waren ooit de spil waar alles in stad of dorp om draaide. Hun lotgevallen vertellen over de geschiedenis van een plek. Het is daarom zinvol de herinnering aan deze gebouwen en hun verhalen weer op te roepen in woord en beeld. Naast een herinnering is dit boek ook een waarschuwing: slopen kan maar één keer!
In de inleiding beschrijft de auteur de lotgevallen van het Brabantse kerkenlandschap na 1800. Het tweede deel geeft in foto en tekst een beeld van een verdwenen kerkenlandschap door een alfabetische selectie op plaatsnaam van 130 van de mooiste verloren kerken. Het boek sluit af met een zo volledig mogelijk overzicht in tabelvorm van de 450 kerken die na 1800 zijn verdwenen.
Zondagmiddag 26 november a.s. wordt op initiatief van de stichting De Brabantse Hoeders een Open Kerkendag gehouden. In dit filmpje vertelt de auteur meer over de achtergronden. Doel van het openstellen van alle Brabantse kerken is Brabanders kennis laten nemen van het grote culturele belang van de kerken en daarmee meer bewustwording  te kweken voor een groot cultureel probleem: het herbestemmen van de kerken. Over dit laatste onderwerp is brochure verschenen.

Vindplaats: BRA J3 LEEU 2017

dinsdag 31 oktober 2017

Meer huwelijksgedichten in Het Noordbrabants Museum

Van 4 november tot en met 18 februari 2018 zijn onderstaande fraaie en unieke huwelijksgedichten te zien op de tentoonstelling Papieren Juweeltjes van het Provinciaal Genootschap in Het Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch. Hier worden 100 hoogtepunten uit de 180 jaar oude kunst- en wetenschapscollecties van het voormalige Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant getoond. De expositie is samengesteld uit verzamelingen van de Brabant-Collectie en bovengenoemd museum. Beide verzamelingen vormden ooit één geheel.

Als vervolg op het vorige blog tonen we hieronder twee mooie huwelijksgedichten gedrukt en geschilderd op zijde. Dergelijke verschijningsvormen bleven zelden bewaard. Alleen het bruidspaar zelf ontving het unieke, zijden exemplaar. De naaste familie en soms ook de gasten kregen een op papier gedrukte versie. Onderstaand huwelijksgedicht is gedrukt door de Bredanaar Cornelis Seldenslach, die tussen 1652-1695 werkzaam was 'inde Cortebrughstraet'.
Geluck-Seggingh aan d'Heer Quirinus Bernardus Schalck
ende aan de soet-aerdige Joffrouw Maria, Adriana Teulings
versamende in den houwelycken Staat anno 1685, den 16. September
Breda: by Cornelis Seldenslach inde Cortebrughstraet, 1685
Gedrukt en geschilderd op zijde

KOD 1685 Breda (1) huw

Alleen zeer bemiddelde families konden een fraai geschilderd exemplaar op zijde bekostigen. De Bredase wijnkoopman Van Gool gaf in 1753 de Leuvense drukker Henricus Vander Haert (werkzaam tussen 1744-1759) opdracht tot vervaardiging van dit gedicht.
Den Zegen des Heeren ontfangen en toegewenscht aen
 Jouffrouw Elizabetha Francisca van Gool ende Myn Heer Henricus van Amersfoort
byde geboortigh van Breda op hunne kerckelycke vereeninge door het verbondt
en heylich Sacrament des Hauwelyckx den XIV. Van Mey MDCCLIII

Tot Loven: by Henricus Vander Haert, In den Gulden Helm by de Merckt, 1753
Gedrukt en geschilderd op zijde

KOD 1753 Leuve (1) huw
Gelegenheidsgedichten op feestelijke gebeurtenissen zijn veelal van een sierpapieren omslag voorzien. Isaac van Doorn (1698-1786) uit Utrecht is de maker van onderstaand brokaatpapier met karakteristiek reliëfstructuur. In de loop der tijd zijn dergelijke omslagen door beschadiging of door toedoen van verzamelaars vaak verdwenen. Onderstaand huwelijksgedicht uit 1767 is vermoedelijk gedrukt door de gebroeders Palier te 's-Hertogenbosch. De katernen van dit boekwerkje zijn voorzien van goud op snee. Het bevat twee huwelijksgedichten; een in het Nederlands (herderszang van D.A. Jacobi) en een in het Latijn (Wilhelmus Jacobus Allardt). Het huwelijk tussen mr. Johan Abraham van Thye Hannes, drossaard en dijkgraaf van Heerlijkheid Empel en Meerwijk, en jonkvrouw Anna Christina van Barnvelt werd plechtig gevierd op 16 juni 1767.
Isaac van Doorn (1698-1786)
Omslag huwelijksgedicht, 1767
Brokaatpapier

KOD 1767 's-Hert (5)

maandag 30 oktober 2017

Sterrebos: Het Groot Heyvelt op Oud Herlaer


Onlangs verscheen van de hand van architectuurhistoricus Jan van der Vaart uit Vught een boek over het Sterrebos, een landgoed tussen Dommel en Bossche Broek. Dit uitgebreide boek vol mooie foto’s gaat over een klein landgoed dat ruim 2 eeuwen geleden werd aangelegd door Jacob Willem Half-Wassenaer van Onsenoort.
Het boek geeft een kijkje in de verhoudingen binnen de kringen van de bestuurlijke elite, van de militaire bovenlaag in de stad, de opkomst van de gegoede burgerij in de 19e eeuw en de rol van de lokale overheid aan het begin van de 20ste eeuw. Achtereenvolgens komen aan bod: het verhaal van het Sterrebos, de grondheerlijkheid Oud en Nieuw Herlaer, de grote veranderingen eind 18e en begin 19e eeuw, de diverse eigenaren van het Sterrebos, rangen en standen, stadsuitbreiding van ’s-Hertogenbosch en de architectuurhistorische en bouwhistorische verkenningen.

Vindplaats: BRA J VAAR 2017

dinsdag 17 oktober 2017

'Liefde is ... geluk' (2): achttiende-eeuwse huwelijksgedichten

De Maand van de Geschiedenis met het thema Geluk vormt de aanleiding voor een mini-expositie van huwelijksgedichten en -liederen uit de zeventiende tot en met de negentiende eeuw. Vanaf de zeventiende eeuw worden gelegenheidsgedichten in kleine oplage gemaakt bij huwelijken en overlijden, maar ook bij benoemingen en jubilea. Bruiloftspoëzie komt verreweg het meeste voor. Een lofzang op bruid en bruidegom, een wens voor spoedig nageslacht en toespelingen op de huwelijksnacht ontbreken zelden. De namen en plaats van herkomst van het bruidspaar en de plaats van het huwelijk worden ook vaak bezongen. De taal van het gedicht is meestal Nederlands, soms Latijn. Hieronder worden drie verschijningsvormen van achttiende-eeuwse huwelijksgedichten getoond.

Boekband
Bijzonder fraai is onderstaande band met huwelijkszangen op het huwelijk van Jan Pieter Goudsblom (1755-1812) en Margaretha Maria Cock op 17 januari 1779 in Haarlem. Deze leerlooier en schoenmaker uit Alkmaar werd lid van de Eerste Kamer en schepen van zijn geboorteplaats. Gebruikelijk was dat beide echtelieden ieder een exemplaar kregen. Onderstaande leren boekband is voorzien van goudstempeling en mooi bewaard gebleven feestlinten. Op het voorplat staat de naam van de bruid vermeld en op het achterplat de datum van de bruiloft.
Voorplat
J. Bout & S. Stelt, Ter bruilofte van den heer Jan Pieter Goudsblom
en jongvrouwe Margaretha Maria Cock
, [Alkmaar]: s.n., 1779

Vindplaats: TRE 056 B 23/2
De titel en beginletters van deze huwelijkszangen zijn in goud gedrukt. Het boekblok is voorzien van goud op snee. Dit prachtige gelegenheidswerk werd door de familie van het bruidspaar uitgegeven en aangeboden aan het bruidspaar.
J. Bout & S. Stelt, Ter bruilofte van den heer Jan Pieter Goudsblom 
en jongvrouwe Margaretha Maria Cock, [Alkmaar]: s.n., 1779
Vindplaats: TRE 056 B 23/2

Achterplat
J. Bout & S. Stelt, Ter bruilofte van den heer Jan Pieter Goudsblom
en jongvrouwe Margaretha Maria Cock
, [Alkmaar]: s.n., 1779
Vindplaats: TRE 056 B 23/2
Bijzonder is dat er nog een huwelijksband van dezelfde familie in onze collectie is aangetroffen. Helaas is over de herkomst niets bekend. Deze band met zilverbestempeling viert het 25-jarig huwelijksfeest in 1777 van de ouders van de bruidegom, Nicolaas Goudsbloem en Anna Stelt.
Voorplat
Ter zilveren bruilofte van den heer Nicolaas Goudsblom, en mejufvrouwe Anna Stelt, s.l.: s.n., 1777

Vindplaats: TRE 056 B 23/1
Dit exemplaar is voorzien van enkele mooie illustraties. Niet alleen de twee harten in vuur en vlam zijn aan elkaar gebonden, maar ook de handen eronder.
De huwelyksband bind hart en hand
kopergravure, gekleurd
door: C.F. Fritzsch
in: Ter zilveren bruilofte van den heer Nicolaas Goudsblom, en mejufvrouwe Anna Stelt,
s.l.: s.n., 1777

Vindplaats:  TRE 056 B 23/1
Sierpapieren brochure
Dit in 's-Hertogenbosch gedrukte trouwgedicht stamt uit 1756 en is voorzien van een sierpapieren kaft.
Kaft
Trouw-gedigt op de bruyloft van den wel edele heer heer Leonardus van Duren ... en juffrouw juff. Joanna Clara Hack,
 's-Bosch: gedrukt by J. Scheffers, 1756
Vindplaats: KOD 1756 's Hert 2
Het betreft het tweede huwelijk van Leonardus van Duren (1724-1807/08) met Joanna Clara Hack (ca. 1724-1784) op 22 februari 1756.
 Titelpagina
Trouw-gedigt op de bruyloft van den wel edele heer heer Leonardus van Duren ... en juffrouw juff. Joanna Clara Hack, 's-Bosch: gedrukt by J. Scheffers, 1756
Vindplaats: KOD 1756 's Hert 2
De vier kinderen uit het eerste huwelijk van de bruidegom bieden dit werkje aan, eindigend met de volgende wens:
WY hoopen tot BesLUYt
Lang LeVen zonDer hInDer
Een Lust bY Uwe kInDer
En Haest een Jonge sprUYt.
Plano
Het volgende gedicht, gedrukt op één vel papier, is verschenen ter gelegenheid van het 50-jarig huwelijksfeest van Bosschenaar Jacob van Beusekom (1685-1777) en Maria Knoop (1681-1770) op 11 maart 1758. De schrijver en de drukker waren kinderen van dit echtpaar.
Is. v. Beusekom, Kinder pligt ter vyftig-jarige huwelyx feest, van myn seer waarde vader en moeder Jacob van Beusekom en Maria Knoop: gevierd den 11. van lente-maand, MDCCLVIII,
Te 's Bosch: gedrukt by Antoni van Beusekom, ..., 1758
Vindplaats: KOD 
1758 's-Hert  4
Het gebruik van bruiloftsgedichten zet ook in de negentiende eeuw nog door. Wel zien we een grotere verscheidenheid in uiterlijk en inhoud. Na verloop van tijd wordt de verschijningsvorm door de komst van de kopieermachine minder fraai. Een foto van het bruidspaar wordt gangbaar. Ook huwelijkskranten komen op. Huwelijksgedichten, zoals hierboven, verdwijnen. Toegezongen wordt het bruidspaar echter nog steeds, al dan niet in de vorm van een parodie.

De mini-expositie 'Liefde is ... geluk' is t/m dinsdag 7 november te zien in de vitrine op niveau 0 van de Library.

maandag 9 oktober 2017

Het verhaal van 'de Nonnen van Vught'

Afgelopen mei verscheen een boek dat een unieke kijk geeft op de ontstaansgeschiedenis van het Taleninstituut Regina Coeli, beter bekend onder de naam ‘De Nonnen van Vught’. Door een wet in Frankrijk in 1904 werd het voor religieuzen onmogelijk om nog les te geven, tenzij ze afzagen van de geloften en de religieuze kleding. Voor wie trouw wilde blijven aan het religieuze leven in dienst van onderwijs was er geen andere mogelijkheid dan het land te ontvluchten. Anticiperend op deze ontwikkeling werd door de van oorsprong Franse congregatie Zusters Kanunnikessen van de Heilige Augustinus in 1903 het klooster met (kost)school Regina Coeli in Vught opgericht. Later in de vernieuwende jaren zestig verlegden ze hun koers van meisjeskostschool naar talenonderwijs voor volwassenen. Kleinschalig begonnen als dienstverlening zonder winstoogmerk (zonder businessplan of beginkapitaal) met slechts zorg voor kwalitatief goed onderwijs in een gastvrije omgeving, groeiden ze uit tot een gezond bedrijf dat hooggekwalificeerd talenonderwijs aanbiedt. Steeds meer cursisten meldden zich aan en medewerkers werden in dienst genomen. Hun aantallen groeiden en zij zijn het die het werk voortzetten met behoud van de kernwaarden. Deze ontwikkeling was mogelijk dankzij de kwaliteiten van de zusters en hun doorzettingsvermogen; ze waren vernieuwend en grensverleggend. Hun ideaal was om de wereld te verbinden door educatie in taal en cultuur. Hoewel er tegenwoordig geen zusters meer werkzaam zijn bij het Taleninstituut, zijn de oorspronkelijke geest en bezieling er nog steeds voelbaar. Regina Coeli heeft ca. 240 medewerkers in de dienst die afkomstig zijn uit meer dan twintig verschillende landen. Cursisten kunnen er de volgende talen leren: Chinees, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Portugees en Spaans.
De auteur, zelf een van de nonnen en sinds 1953 werkzaam bij het instituut, maakte alle ontwikkelingen mee. Het boek is een mooi tijdsdocument geworden en geeft de ontstaansgeschiedenis van ‘Language Institute Regina Coeli’, als toonaangevende instituut wanneer het gaat om het leren van een vreemde taal in een kort tijdsbestek, goed weer. Het rendement van de taaltrainingen is zo hoog dat mensen uit alle hoeken van de wereld naar Regina Coeli komen als ze goed en met zelfvertrouwen willen kunnen communiceren in een vreemde taal. Regina Coeli ontvangt meer dan 3.500 cursisten per jaar. Het instituut is drie keer achter elkaar uitgeroepen tot ´Beste Opleider van Nederland´.


Vindplaats BRA F3 HEER 2017

maandag 2 oktober 2017

'Liefde is ... geluk'

Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Het thema van dit jaar is: GelukIn aansluiting hierop toont de Brabant-Collectie op de tv-schermen van de Library een serie foto's en prentbriefkaarten rondom liefde- en huwelijk.

Liefdesgeluk wordt fraai geïllustreerd met onderstaande nostalgische kaart van vrijende paartjes in het maanlicht.
Kom Caroline kom!
Prentbriefkaart, 1900
Uitg. A. Sala. Berlin SW. 12

Op de voorzijde van de kaart heeft ene A. uit Tilburg op 9 januari 1900 geschreven:

"O wat is het zoet voor twee geliefden,
's-avonds in de maan uit vrijen te gaan."

De volgende foto van een boerenbruidspaar met muzikant ten tijde van de Eerste Wereldoorlog lijkt een toonbeeld van pril huwelijksgeluk.
Fotograaf: onbekend
Prentbriefkaart als echte foto
Daglichtgelatinezilverdruk
Verstuurd naar Amsterdam, 25 juli 1916
Deze boerenbruiloft is echter niet wat het lijkt. De setting is geënsceneerd als grap vanwege de verveling in het leger. Op de achterzijde is geschreven: 
"Beste vader, 
Ik wil u even toestemming vragen voor mijn huwelijk. Ik ben Zondag met mijn kameraad in het huwelijk getreden zoo als u ziet. Vind u mij niet een knap Boerinnetje zooals ik daar zit naast mijn man. Nu, ik hoop maar dat het een goed huwelijk mag worden. Nu, meer nieuws is er niet. Na vele groeten verblijf ik u toegenegen zoon Hessel.
 Afz. Vogel 18-3-4 Veldleger"

In de slideshow zijn ook verschillende, al dan niet verdwenen, huwelijksgebruiken te zien. Denk daarbij aan de erepoort voor het huis van een gouden bruidspaar en de in het wit geklede bruidsmeisjes bij jubilerende bruidsparen.
Groepsfoto met het gouden paar Van Weert-Kuipers, Waalre, 1916
Glasnegatief
© Jan Bijnen | Brabant-Collectie, Tilburg University
De bruid zelf was vroeger in het zwart gekleed. Pas in de jaren twintig en dertig komt de in het wit geklede bruid met sluier en boeket in zwang. Een bruidspaar dat onder een ereboog doorloopt is ook nu nog gebruikelijk. Een wellicht minder bekend gebruik is het volgende.
Huwelijksgebruik, Middelrode, 1930
Ontwikkelgelatinezilverdruk
© Foto-Persbureau "Het Zuiden" | Brabant-Collectie, Tilburg University
In Middelrode werden in 1930 twee poppen van stro in de bomen gehangen, tot grote schande van het bruidspaar, omdat zij geen vat bier of een andere traktatie aan vrienden uit de buurt hadden gegeven.

Meer beeldmateriaal over liefdes- en huwelijksgeluk kunt u in de maand oktober bekijken op de tv-schermen van de LibraryVan donderdag 5 oktober t/m vrijdag 3 november 2017 kunt u in de vitrine ook een mini-expositie zien met huwelijksgedichten en -liederen uit drie voorbije eeuwen.

maandag 25 september 2017

Tijdschrift: De Vlasselt

Heemkundekring 'De Vlasselt' verzamelt informatie en publiceert over velerlei onderwerpen uit de geschiedenis van de kerkdorpen Terheijden, Langeweg en Wagenberg. Hun doel is "het bevorderen van de belangstelling voor en de kennis van eigen volk en streek, volksgebruiken en de natuur, alsmede stimulering van het behoud van historische waarden." De officiële oprichting van de vereniging vond plaats op 10 april 1979. In de periode 1977-1979 was de kring een Studiegroep. De naam Vlasselt verwijst naar de middeleeuwse benaming voor de Zegge- of Binnenpolder, voor De Laak en een gedeelte van de Schuivenoord. Met deze oude naam werd dus een groot deel van de voormalige gemeente Terheijden aangeduid. Waarschijnlijk bevat deze toponiem het woord vlaas (= waterplas), aldus C. Buiks.
De kring geeft sinds 1978 minstens drie maal per jaar een tijdschriftnummer in de vorm van een boekje uit, waarin artikelen zijn opgenomen over de plaatselijke historie, folklore, natuur etc. Tot nu toe zijn 153 van dergelijke boekjes uitgekomen. De nieuwste publicatie (nummer 153), getiteld 25 jaar Markpontje, is van de hand van Jan van Vliet en Han Loonen. Beiden zijn schipper van het Markpontje. Het boekje beschrijft 25 jaar ontstaan en geschiedenis van dit overzetveer over de rivier de Mark van Terheijden naar Breda. Het pontje is bestemd voor zowel scholieren en werkverkeer als recreatie. Ruim een half miljoen passagiers heeft hier inmiddels gebruik van gemaakt. Per seizoen zijn er minstens 12 schippers actief.

Het periodiek van deze heemkundekring is vanaf jaargang 1 (1978) tot heden aanwezig en raadpleegbaar op niveau 0 van de universiteitsbibliotheek.
Vindplaats: T 07454

donderdag 31 augustus 2017

Oogsttijd

Na het ploegen en zaaien in de lente is augustus (hiervan is het woord ‘oogsten’ afgeleid) voor boeren de maand om het koren te maaien en binnen te halen. Het graan op de akker moet voor de oogst voldoende rijp en droog zijn. De juiste oogstperiode is maar kort, dus moet er snel en efficiënt gewerkt worden. Tegenwoordig heeft men daarvoor de beschikking over een arsenaal aan machines; vroeger was hier veel werkvolk voor nodig.

Op onderstaande ingekleurde prentbriefkaart van Herman de Ruiter (1871-1949) maait een boer rond 1900 het koren met de hand. De opname is hoogstwaarschijnlijk in de Meierij gemaakt. De mannen maaiden de halmen met gestrekte rechterarm met een sikkel of zicht. Men begon vaak pas in de middag, omdat de dauw uit het koren helemaal verdampt moest zijn. In zijn andere hand had de boer een pikhaak om de aren rechtop te houden en in hopen op het veld te leggen. De vrouwen en meisjes raapten deze korenaren achter de maaier op en bonden deze met in elkaar gedraaide aren tot een schoof (ook wel garf of garve). Meerdere schoven zetten zij rechtop tegen elkaar in een hok te drogen zoals op de tweede afbeelding te zien is. Per streek of soms per dorp kon de vorm van deze hokken verschillen.
Koren maaien
Fotograaf: Herman de Ruiter
Prentbriefkaart, 1902 (tweede serie)
Uitg. J.J.N. Loretz, Fa. Wed. J. Loretz, 's-Bosch
De gerijpte en gedroogde korenschoven werden met een hoogkar van het land gehaald. De hiervolgende ansichtkaart toont de opsteker die schoof voor schoof rogge aan de gaffel prikt  en op de wagen gooit naar de lader. Vroeger werd rogge veel verbouwd in Noord-Brabant voor het bakken van brood. Na de oogst was de akker veranderd in een stoppelveld. Voor het land echter weer werd omgeploegd, kwamen de arenlezers – meestal vrouwen en kinderen – om de overgebleven aren te verzamelen.
Rogge in Schooven
Fotograaf: onbekend
Prentbriefkaart, na 1905
Uitg. Weenenk & Snel, Den Haag
(gedrukt bij Dr. Trenkler Co, Leipzig)
Onderstaande opname uit 1917 toont een vrouw bovenop de hoogkar. Zij werpt de schoven naar de man die de stromijt oftewel stroschelf buiten bij de boerderij maakt. De steun om de kar stabiel te houden is zichtbaar. 
Brabantsch, Dorpsleven – Het opzetten der stroomeit
Fotograaf: onbekend
Prentbriefkaart, 1917 (serienummer 17|0104)
J.H. Schaefer's Platino Uitg., Amsterdam
Was de oogst eenmaal van het veld, dan moest het koren nog worden verkregen. Dorsen was een eerste bewerking van het graan. Meestal vond het volledig uitdorsen van de aren in de winter plaats. Als een boer al zaaigoed nodig had of de voedselvoorraad uitgeput was, werd er direct na de oogst gedorst. Dit wordt ook wel voordorsen genoemd. Onderstaande foto van de Veghelse fotograaf Frans Stender (1893-1937) toont het hanteren van de dorsvlegel
Noord-Brabantsch Dorpsleven - Rogge-dorschers
Fotograaf: Frans Stender, Veghel
Prentbriefkaart, 1906 (serienummer 6416)
Uitg. Gez. Van Roosmalen, Veghel
Vervolgens moest het kaf van het koren gescheiden worden. Het lichtere kaf moest met behulp van de wind of een luchtstroom afgezonderd worden van de graankorrels. Dit gebeurde met de wan of wanmolen. Zowel mand als machine zijn te zien op onderstaande prentbriefkaart. Na het uitzeven van ongewenste elementen, was het graan klaar om gemalen te worden.
Brabantsch, Dorpsleven – De korenwan
Fotograaf: onbekend
Prentbriefkaart, 1917 (serienummer 17|099)
J.H. Schaefer's Platino Uitg., Amsterdam

maandag 14 augustus 2017

Zilver in en rond Bergen op Zoom

Eind mei verscheen een uitgebreid boek en catalogus bij de tentoonstellingVoorbij ijdelheid. Zes eeuwen zilver in en rond Bergen op Zoom’. Dit boek over zes eeuwen zilver in Bergen op Zoom en omgeving geeft het verhaal weer van 400 zilversmeden en 120 van hun objecten. Het toegankelijke boek heft een hiaat in de geschiedenis van de stad Bergen op Zoom op en vertelt in leuke verhalen de geschiedenis achter de zilverobjecten. In het boek komen verder onder andere aan bod: het gilde van de goud- en zilversmeden, de keuren, de invloed van Antwerpen, het determineren van zilvermerken, zilver op papier en vals zilver. Tevens bevat het de biografieën van de zilversmeden die tot in de 20e eeuw actief waren. Ook is er aandacht voor de onlangs door het Rijksmuseum aangekochte zeldzame schuttersketen, die toebehoorde aan het schuttersgilde in Zevenbergen. Dit voorbeeld van hoge kwaliteit edelsmeedkunst, vervaardigd in Bergen op Zoom of Breda, behoorde aan Cornelis van Glymes, heer van Zevenbergen.

De tentoonstelling ‘Voorbij ijdelheid. Zes eeuwen zilver in en rond Bergen op Zoom’ duurt nog tot en met 29 oktober 2017 en is te zien in het Markiezenhof te Bergen op Zoom. De objecten werden gefotografeerd door een gespecialiseerde fotograaf en de verhalen van de objecten werden zo nauwkeurig mogelijk opgetekend op basis van informatie uit diverse bronnen.

Vindplaats: BRA J RIJE 2017

maandag 31 juli 2017

Tijdschrift: Heemschild

Het tijdschrift Heemschild is een uitgave van Heemkundige Kring De Oude Vrijheid uit Sint-Oedenrode. Het blad verschijnt vier keer per jaar, sinds 2017 (nr.2) als kleurendruk. De inhoud van de jaargangen 1967-2016 is online raadpleegbaar.
Het werkgebied van deze heemkundekring, opgericht in 1954, omvat gemeente Sint-Oedenrode en aangrenzende gemeenten (o.a. Son en Breugel en Liempde). Doel van de vereniging is het wekken van belangstelling voor de eigen streek en haar bewoners. Het eerste nummer van Heemschild verscheen in 1967. Pater Wiro Heesters (1914-1996) legde hiervoor de basis. Hij was bestuurslid van de heemkundekring en schreef jarenlang een groot aantal bijdragen voor het periodiek. Bedoeling was middels het blad de leden die niet regelmatig naar de vergaderingen kwamen op de hoogte te houden van de activiteiten. Daarnaast wil men een ieder kennis bijbrengen van de geschiedenis van Sint-Oedenrode. Momenteel heeft Heemschild als ondertitel:
Geschiedenis - Archeologie - Fotografie - Natuur van Sint-Oedenrode

Sint-Oedenrode heeft een rijke geschiedenis. Het was de hoofdplaats van het Kwartier Peelland en de voormalige hoofdplaats van Graafschap Rode. De Meijerij bestond vroeger uit vier landstreken; de vier Kwartieren van de Meijerij. Omstreeks 1231-1232 kregen de hoofdplaatsen vrijheids- oftewel stadsrechten van de hertog van Brabant. Ook Sint-Oedenrode werd zo een vrijheid. Vrijheidsrechten betekenden voor de inwoners van het dorp dat zij voortaan vrije burgers waren; ze vormden zo een aparte stand naast de adel en de geestelijkheid.
Met ingang van 1 januari 2017 vormt Sint-Oedenrode samen met Schijndel en Veghel de nieuwe gemeente Meierijstad.

Heemschild is vanaf jaargang 1 (1967) tot heden aanwezig en raadpleegbaar op niveau 0 van de universiteitsbibliotheek.

Vindplaats: T 07405

woensdag 12 juli 2017

Handschrift Jac Vos

Onlangs heeft de Brabant-Collectie middels schenking het handschrift Een boerenleven: ontwikkelingsgang van het boerenbedrijf in de zandstreken van West-Noord-Brabant over de laatste 70 jaren van Jac Vos verworven.
Titelpagina

Portret van Jac Vos (1871-1948)
Fotograaf: onbekend
(Collectie Joseph Vos)

Jac Vos, geboren in gemeente Roosendaal en Nispen op 13 juli 1871 en aldaar overleden op 17 december 1948, stamde uit een katholieke familie van welgestelde boeren. Hij was eveneens landbouwer en veefokker tot 1927. Zijn boerderij bevond zich aan de Vinkenbroeksche straat 3.

De door Jac Vos gebouwde boerderij, 1926
Prentbriefkaart
(Collectie Joseph Vos)
Na zijn terugtrekking uit het bedrijf wijdde Jac, ook wel Ko Vos genaamd, zich verder aan talrijke bestuurlijke functies in regionale landbouworganisaties. Hij was o.a. 40 jaar voorzitter van de Noordbrabantsche Christelijke Boerenbond, afdeling Roosendaal en ruim 20 jaar actief in het hoofdbestuur. In Roosendaal richtte hij de Boerenleenbank op en bleef ruim 40 jaar voorzitter. Dezelfde rol bekleedde hij voor de R.K. Landbouwwinterschool. Vos was oprichter en voorzitter van de fokcentrale in Roosendaal en medeoprichter en voorzitter van de Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek Roosendaal tot de fusie met ‘De Dinteloord’ en Zevenbergen. Als pleitbezorger van de boeren had hij tevens politieke aspiraties. Van 1897 tot 1927 was hij gemeenteraadslid in Roosendaal en Nispen. Van 1923 tot 1927 was hij Provinciale Statenlid en 8 jaar lang belangenbehartiger in de Tweede Kamer voor de fractie van de Roomsch-Katholieke Staatspartij tijdens het interbellum (1925-1933). Zowel zijn voorouders als zijn nakomelingen hebben een rol gespeeld in het lokale bestuur en daarbuiten. Eind jaren vijftig is er een straat in de nieuwe wijk Westrand naar Vos vernoemd. Die straat ligt niet ver van zijn laatste woonhuis aan de Wouwscheweg 1a, gebouwd door Jac. Hurks.

Het in een omslag gestoken, losbladige handschrift bestaat uit 147 pagina’s en dateert vermoedelijk van vóór 1940. Het betreft een minutieuze beschrijving van het boerenleven, de omvang (aantallen en soorten vee, oppervlakte van de bedrijven en inrichting van de gebouwen), het teeltplan (soorten gewassen), de werkzaamheden het jaar rond, de gebruiken, de cultuur, maar ook de ontwikkelingen binnen de bedrijven en op bestuurlijk niveau (opkomst landbouwcoöperaties).
Pagina 1 uit het handschrift: Algemeen overzicht
Het handschrift zal waarschijnlijk gediend hebben voor de artikelen die Vos in het Jaarboek De Ghulden Roos publiceerde: 
  • ‘Boekweitfooi: bijdrage tot de studie van den ontwikkelingsgang van het boerenbedrijf in de zandstreken van Westelijk Noord-Brabant’, in: Jaarboek nr. 1 (1941), p. 101-104. 
  • ‘Uitvindingen in onze streken op het terrein van den landbouw: bijdrage tot de studie van den ontwikkelingsgang van het boerenbedrijf in de zandstreken van Westelijk Noord-Brabant’, in: Jaarboek nr. 3 (1943), p. 58-60.
Zijn teksten kunnen bijvoorbeeld fraai geïllustreerd worden met prentbriefkaarten van het Brabants Dorpsleven.
Brabantsch Dorpsleven: Het dorschen van boekweit
J.H. Schaefer's Platino Uitg.  Amsterdam 
0102|17
Prentbriefkaart, 1917

Pagina 26 uit het handschrift: Het blekken of schillen van eikenhout

Eikschillers in het bosch
Uitgever en fotograaf: A. van Erp, Ginneken, vóór 1907
Prentbriefkaart
Naar verwachting zal eind 2017 zowel het handschrift als het typoscript (158 pagina’s) via de Brabant Cloud digitaal beschikbaar gesteld worden (fulltext doorzoekbaar).

Literatuur:
Bij het overlijden van Jac Vos plaatste het Brabants Nieuwsblad (18 december 1948) een uitgebreid artikel.

Verwijzingen naar (teksten van) Jac Vos in:
  • Ir. A.H. Crijns en prof.dr. F.W.J. Kriellaars, ‘Het gemengde landbouwbedrijf op de zandgronden in Noord- Brabant 1800-1885’, in: Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland (deel LXXII), Tilburg: Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1987. Zie p. 229, 247, 267, 273.
  • Ir. A.H. Crijns en prof.dr. F.W.J. Kriellaars, ‘Ontwikkeling en verandering in de agrarische sector’, in: Geschiedenis van Noord-Brabant, deel 2 (1890-1945, Emancipatie en industrialisering), Amsterdam / Meppel: Boom, 1996. Zie p. 162-182.
  • Ir. A.H. Crijns, ‘De grote ommekeer in de agrarische sector’, in: Geschiedenis van Noord-Brabant, deel 3 (1945-1996, Dynamiek en expansie), Amsterdam / Meppel: Boom, 1997. Zie p. 148-167.
De bestuurlijke rol van Jos Vos in Roosendaal en West-Brabant wordt beschreven in: 
  • Dr. L.J.P. van Gastel, ‘Roosendaal tussen platteland en stad’, in: Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland (deel C: A 1770-1900), Tilburg: Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1995. Zie p. 101-102, 284, 341.
  • Dr. J.J.A.M. Gorisse, ‘Roosendaal tussen platteland en stad’, in: Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland (deel C: B 1900-1970), Tilburg: Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1995. Zie p. 14, 19, 30, 66, 112, 114, 168, 227.