Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 30 juli 2012

Gisteren was alles nog goed: het aangrijpende verhaal van de weduwe van Hans Horrevoets

18 mei 2006 was een zwarte dag in het leven van Petra van Rij. Haar man, de 32-jarige zeezeiler Hans Horrevoets, slaat overboord en verdrinkt tijdens de Volvo Ocean Race op de Atlantische Oceaan. Petra blijft achter met een peuter van anderhalf en is zwanger van hun tweede kind.

Een zware tijd volgt en ze besluit om de gebeurtenis van zich af te schrijven. Het wordt een ontroerend en positief verhaal. Het boek beschrijft het proces van verdriet en wanhoop, maar ook dat van kracht en de keuze om weer te gaan leven. Het eerste deel gaat over de tijd voor zijn dood. Het tweede over de tijd direct erna en het laatste deel over de rondreis van 3 maanden die Petra met haar twee dochtertjes in 2010 maakte langs de plaatsen die de Volvo Ocean Race in Australie en Nieuw-Zeeland aandeed.

Naar aanleiding van het boek richtte ze samen met haar zus Marijke in 2012 de Stichting De Jonge Weduwe op, bedoeld om jonge weduwen met minderjarige kinderen bij te staan.

Vindplaats: BRA H4 RIJ 2012

donderdag 26 juli 2012

Waterhoen

Waterhoen in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Fulica, Chloropus, of Waterhoentje

De wetenschappenlijke naam van de waterhoen, Gallinula chloropus, betekent 'groenpotig kipje'. Nozeman schrijft:
"Daer de andere gewoone en zwarte Meyrkoeten zeer overvloedig, en meestal zwemmende, in onze ruigbewosschen molenboezems en in de poelen en plassen ontmoet worden, treft men deeze tegenwoordige soort, dewelke om de koleur van haere Pooten den bynaem heeft van Groenpoot, zoo gemeenzaem niet, en zeer zelden, zwemmende aen in 't wyde van die wateren. Zy wordt doorgaends ontmoet, voorttreedende over, of zittende op de biezen en liezen of op het meyrblad in de streeken, welker kanten met dat ruigt dikwils zeer digt bezoomd liggen. Hier, en in het riet, aest deeze vogel."
Zijn voedsel bestaat uit waterplanten, grassen, insecten en kikkervisjes. Zwemmen doet hij dus niet graag. Nozeman schrijft:
"De Voeten van dit pluimgedierte zyn veel meer ingericht, om over watergroeiselen te loopen, dan wel om te zwemmen."

Identificatie van deze ralachtige is niet moeilijk, aldus Nozeman:
"Al had deeze soort geen ander Kenmerk, het roode Eelt of Wasch, welk zy op haer voorhoofd en een gedeelte der bovennebbe draegt, zou genoeg zyn, om haer zeer duidelyk te ondscheiden en tot het Gezin der Koeten thuis te brengen." Een ander opvallend kenmerk is de omhooggerichte staart tijdens het zwemmen en lopen. Hierdoor worden de witte onderstaartdekveren zichtbaar. Deze zogenaamde signaalveren helpen de jonge waterhoentjes hun ouders te volgen.

Vindplaats: KOD 041 G 01

maandag 16 juli 2012

Tijdschrift 'Brabeau'

Met ingang van maart 2012 is een nieuw Brabants tijdschrift op de bladenmarkt verschenen, genaamd Brabeau. Zoals de titel al aangeeft besteedt het tijdschrift aandacht aan alles wat mooi is in onze provincie. De onderwerpen die aan bod komen zijn divers. Er zijn vaste rubrieken zoals 'De Familiefoto', 'Mijn Brabant Jeugd' en 'Tuintijd'. Het blad is aantrekkelijk vormgegeven en toegankelijk voor een groot publiek. 'Brabeau' wil de lezer een mix van gezellige informatie en meer diepgravende artikelen bieden. Een reeks van onderwerpen is inmiddels de revue gepasseerd: van het buitenleven en films van Brabantse bodem tot informatie over de geschiedenis van de provincie. Deze rijk geïllustreerde, eerste glossy van Noord-Brabant zal zes keer per jaar uitkomen. Op dit moment zijn er twee nummers verschenen, beide aanwezig bij de Brabant-Collectie.
'Brabeau' kunt u ook volgen via Twitter.

Vindplaats: T 10855

donderdag 12 juli 2012

Steenuil

Steenuil in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Noctua Minor, Aucuparia, of Steen-uil

De naam steenuil refereert naar zijn oorspronkelijke nestelplaats: rotsspleten, steenhopen en oude gebouwen. In ons land geeft hij de voorkeur aan extensief gebruikte graslanden en andere kleinschalige agrarische gebieden. Belangrijk is dat hier (knot)wilgen, houtwallen en heggen te vinden zijn. Nozeman schrijft:
"Meer dan eens heb ik in 't midden van den winter de Steen-uilen in 't geboomte en in 't veld gezien, langs onzen Duinkant. Wel eens hier of daer in gaten van oud muurwerk, maer allermeest in holen der boomen, woonen en nestelen de Steen-uilen."

De steenuil is in ons land een standvogel en dus het hele jaar zichtbaar. In tegenstelling tot vele andere uilen is hij ook vaak overdag actief. Zijn voedsel bestaat uit insekten, regenwormen en kleine zoogdieren. Nozeman schrijft:
"De Spys der Steen-uilen is allerley klein gevogelte het welk zy, vooral by nacht als het te roesten zit, betrappen. Teffens leven zy van Muizen, waervan zy eene menigte verslinden. Zy kunnen op dezelven, als Katten, in 't veld te loeren zitten. Ook is, wanneer zy jongen hebben, een geliefd aes de zoogenaemde Dauwpier, die by avond en des nachts ter koppelinge uit haere gaten kruipt."

Een oude naam voor de steenuil is Vogelaarsuil. Vroeger maakte men van de steenuil misbruik om (zang)vogels te vangen. De steenuil werd als lokvogel op een tak geplaatst en takjes om hem heen werden met lijm ingesmeerd. Nozeman omschrijft dit als volgt:
"Allerdienstigst zyn de Steen-uilen voor de vogelaeren om op belymde takjens veelerley klein pluimgediert te vangen; waertoe men deeze Uiltjens, aen een broek, op een krukje of dorren tak zet, naedat men, rondom het perk, de takjens van 't kreupelhout met vogellym bestreeken heeft."

Vindplaats: KOD 041 G 01